In 2014 kreeg Willemyns de 'Meesterprijs van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde' te Leiden, de meest prestigieuze prijs op het gebied van de letterkunde, geschiedenis en taalkunde in de Lage Landen.
 
Ruim twee derde van alle administratieve in de Nederlanden geproduceerde teksten uit de dertiende eeuw is in Brugge geschreven. Vlaanderen was het belangrijkste deel van de Lage Landen en Brugge was de belangrijkste stad van Vlaanderen. Daarom, zegt Roland Willemyns, stond de wieg van het geschreven Nederlands in Brugge.
In de tweede helft van de 19de eeuw werd op het stadhuis van Brugge vooral Frans geschreven. Tussen beide tijdstippen ligt een hele brok geschiedenis van onze taal, waar Willemyns ons op een voor iedereen begrijpelijk manier doorheen laveert.
Maerlant, het Gruuthuse handschrift, Simon Stevin die nieuwe woorden uitvond, Gezelle die om klerikale redenen het Frans boven het “half-joodsch, half heidensch” Nederlands verkoos, het zijn evenveel verdere voorbeelden van het belang van Brugge in de geschiedenis en de ontwikkeling van onze taal.
Dat, en nog veel meer, komt in deze lezing aan bod. Wie denkt dat taalgeschiedenis saai is, zal vandaag ervaren dat zij/hij het bij het verkeerde eind heeft. 

Tot slot stelt de spreker ons nog zijn laatste boek over het Nederlands voor, het vooral voor het buitenland geschreven 'Dutch. Biography of a Language', dat vorig jaar door Oxford University Press werd uitgegeven.

Inkom: Leden gratis, niet leden € 5.